Jezus is Heer
Ogen hebbende, ziet gij niet? En oren hebbende, hoort gij niet?
Marcus 8:18 DSVEn gedenkt gij niet, toen Ik de vijf broden brak onder de vijf duizend mannen, hoeveel volle korven met brokken gij opnaamt? Zij zeggen Hem: Twaalf.
Marcus 8:19 DSV
Jesus Is Lord
And he said to her, Let the children first have their food: for it is not right to take the children’s bread and give it to the dogs.
Mark 7:27 BBE
Jesús es el Señor
Y Jesús le decía: “Deja que primero los hijos se sacien, pues no está bien tomar el pan de los hijos y echarlo a los perrillos.”
Marcos 7:27 NBLH
Jezus is Heer
Maar Jezus zeide tot haar: Laat eerst de kinderen verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat men het brood der kinderen neme, en den hondekens voor werpe.
Marcus 7:27 DSV
Jesus Is Lord
And when the Sabbath day had come, he was teaching in the Synagogue; and a number of people hearing him were surprised, saying, From where did this man get these things? and, What is the wisdom given to this man, and what are these works of power done by his hands?
Mark 6:2 BBE
Jesús es el Señor
Cuando llegó el día de reposo, comenzó a enseñar en la sinagoga; y muchos que le escuchaban se asombraban, diciendo: ¿Dónde obtuvo éste tales cosas, y cuál es esta sabiduría que le ha sido dada, y estos milagros que hace con sus manos?
Marcos 6:2 LBLA
Jezus is Heer
En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die Hem hoorden, ontzetten zich, zeggende: Van waar komen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden?
Marcus 6:2 DSV
Jesus Is Lord
And he would not let him, but said to him, Go to your house, to your friends, and give them news of the great things the Lord has done for you, and how he had mercy on you.
Mark 5:19 BBE
Jesús es el Señor
Pero Jesús no se lo permitió, sino que le dijo: Vete a tu casa, a los tuyos, y cuéntales cuán grandes cosas el Señor ha hecho por ti, y cómo tuvo misericordia de ti.
Marcos 5:19 LBLA
Jezus is Heer
Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft.
Marcus 5:19 DSV
