Wees niet bang

Wees niet bang

Jezus is Heer

Maar terstond sprak hen Jezus aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet.
Matteüs 14:27 DSV – BGT



Transcript RAW:
00:04
gezegend zij de heer gezegend zij de
00:07
heer
00:08
zijn naam is jezus
00:11
onze heer wij danken u heer voor deze
00:15
dag
00:16
we danken u voor alles wat u doet we
00:19
danken u voor uw boodschap
00:21
daarom niet bevriest moeten zijn er niet
00:24
bang hoeven te zijn
00:26
omdat u er altijd bent wij danken u zeer
00:29
voor uw aanwezigheid in ons leven en
00:33
overal
00:35
wij danken u dat u onze hier bent en dat
00:39
wij daardoor niet bang hoeven te zijn
00:43
hmm ik ben het ik ben het
00:49
wees niet bang ik ben het met u eens
01:02
1426
01:05
en de discipelen zien de hem op de zee
01:09
wandelen werden ontroerd
01:12
zeggende het is een spook ssl’
01:18
en zij schreeuwde van vrezen maar daar
01:21
stond sprak in jezus
01:24
zeggende zij het goeds moet ik ben het
01:29
vrees niet ik ben het
01:32
wees niet bang ik ben de heer over alles
01:39
ik ben het wees niet maar gezegend zij
01:44
de heer en mogen we elke keer als ze van
01:48
niet schrikken zeggen horen in ons hart
01:53
ik ben het wees niet bang want het is
01:57
god die alles op hout
01:59
dus in alles hoe vreselijk het ook mag
02:03
zijn hoe vreselijk het er ook uit mag
02:06
zien
02:08
ergens zit god wordt het is god die
02:10
alles ophaalt en je wend je tot hem
02:13
niet dat wat je ziet niet dat wat je nu
02:17
van achtige ogen zien maar tot hem de
02:20
waarheid in alles
02:24
ik ben het wees niet bang aan en haar
02:27
mening hem in met eeuws 14 vers 1
02:31
hier geef ons uw woord spreekt met uw
02:35
stem in onze harten
02:37
die u te horen die van u zijn we weten
02:43
dat u het bent
02:45
en we zijn niet bang met uw 14 vers in
02:50
de die de dier zelfde tijd hoorde
02:53
herodes de vier vorst
02:55
het gerucht van jezus laten we teruggaan
02:57
naar de moderne versie van deze dagen
03:00
met u zweer 10 vers 1 met uw 14 vers 1
03:08
in die tijden in die tijd hoorde ook
03:13
koning herodus het nieuws over jezus hij
03:17
zei tegen zijn dienaren het is johannes
03:20
de doper hij is opgestaan uit de dood
03:25
daarom kan hij al die wonderen doen
03:29
dit was er namelijk gebeurt koning
03:31
herodes leefden samen met herodias zij
03:35
was de vrouw van zijn broer filippus en
03:38
johannes de doper haat tegen de koning
03:40
gezegd
03:41
u mag haar niet als vrouw hebben
03:45
daarom gaat de koning johannes laten
03:47
grijpen en vast binden en hem in de
03:49
gevangenis opgesloten koning herodus
03:52
wilde johannes doden maar hij deed het
03:55
niet
03:56
omdat hij bang was voor de mensen
03:59
want die geloofden dat johannes een
04:01
profeet was op de verjaardag van koning
04:04
herodes was er een feest
04:07
de dochter van herodias danste voor de
04:10
gasten en de koning genoot daarvan hij
04:15
zei tegen
04:16
je mag een cadeau kiezen ik geef je wat
04:20
je maar wilt
04:21
dat beloof ik plechtig maak geen
04:23
beloftes alstublieft mensen
04:28
doe de dingen ja nee maar geen beloftes
04:34
het meisje zei ik wil het hoofd van
04:36
johannes de doper op een woord dat
04:39
moesten zeggen van haar moeder
04:41
koning herodes vond het erg dat ze dat
04:43
vroeg
04:44
maar hij had het beloofd en alle gasten
04:47
hadden het gehoord
04:49
daarom kreeg het meisje wat ze wilden
04:52
de koning stuurde of soldaat naar de
04:53
gevangenis de soldaat sloeg het hoofd
04:55
van johannes eraf hij bracht het hoofd
04:58
binnen op een bord en gaf het aan het
05:00
meisje en het meisje bracht het hoofd
05:02
naar haar moeder
05:05
de leerlingen van johannes
05:07
kwamen zijn lichaam halen ze legde het
05:10
in een graf
05:12
daarna gingen ze je naar jezus en ze
05:14
vertelde wat er gebeurd was
05:18
toen jezus hoorde wat er gebeurd was
05:21
vertrok hij en ging met de boot naar
05:26
stille plek om alleen te zijn
05:29
maar de mensen hoorden waar hij heen
05:31
ging ze kwamen uit hun steden en liepen
05:34
over het land mee met de boot die jezus
05:38
uit de boot stapte zag hij al die mensen
05:40
staan
05:41
hij kreeg medelijden met hem en hij
05:43
maakte alle zieke beter toen het avond
05:47
werd zeiden de leerlingen tegen jezus u
05:50
moet al die mensen weg sturen want het
05:53
is al laat
05:54
en hier is geen eten te krijgen ze
05:57
kunnen beter eten gaan kopen in de
05:59
dorpen in de buur
06:02
maar jezus zei tegen hen die mensen de
06:05
mensen hoeven hier niet weg te gaan
06:08
jullie kunnen wel voor eten zorgen en de
06:11
leerlingen zijde
06:12
maar we hebben hier alleen maar vijf
06:13
broden en twee vissen
06:16
jezus zei breng die bij mij wat waar hij
06:23
is is er geen angst
06:25
hoef je niet bang te zijn
06:29
wie niet te vrezen voor geen eten een
06:32
tekort aan eten of wat dan ook wordt hij
06:36
heeft ander zei ze hier van alles
06:42
jezus zei met i use 14 vers 19
06:47
jezus zei tegen de mensen dat ze in het
06:49
gras moesten gaan zitten
06:51
toen pakte hij het brood en de vis hij
06:54
keek omhoog naar de hemel en dan te
06:56
groot voor het voedsel
06:58
daarna bracht hij brood en stukken en
07:01
gaf het aan de leerlingen
07:03
en zij dieren het uit aan de mensen alle
07:05
mensen konden eten zoveel als ze wilden
07:09
de leerlingen hadden het eten op die
07:13
houden het eten op dat overgebleven was
07:15
het waren twaalf maanden vol
07:19
12 maanden vol en hadden ongeveer 5000
07:23
mannen gegeten van het brood en de vis
07:25
en ook nog vier vrouwen en kinderen vijf
07:28
duizend mannen met hun vrouwen en
07:31
kinderen en hoeveel wat waren we vloer
07:36
hadden die mannen je weet wel die
07:37
diegene zich te buiten
07:45
jezus
07:46
tegen de leerlingen met i use 14 vers 22
07:49
dat ze naar de boot moesten gaan
07:52
ze moesten naar vast naar de overkant
07:54
waren hier ze zo later komen
07:57
hij wilde eerst de mensen naar huis
07:59
sturen toen iedereen weg was ging hij
08:02
een berg op om te bidden
08:04
hij was daar alleen het wordt nacht
08:07
de leerlingen waarom al een heel stuk
08:10
het meer opgevaren ze hadden tegenwind
08:14
de golven sloegen hart die gebood
08:19
aan het einde van de nacht liep jezus
08:21
over het water naar bood toen de
08:23
leerlingen hem over het water zagen
08:26
lopen sloegen ze vreselijk
08:28
ze schreeuwde het uit van angst en
08:30
riepen de geest
08:33
maar jezus zei rustig maar ik ben het
08:37
jullie hoeven niet bang te zijn toen zij
08:41
petrus hier als u het echt bent
08:44
zeg dan dat ik over het water naar u toe
08:47
moet komen hier zei tegen hem kom naar
08:50
mij toe
08:52
petrus stapte uit de boot en liep over
08:54
het water naar jezus toe maar toen hij
08:57
merkte hoe hard het waaide werd hij bang
08:59
is dat de weg in het water
09:02
een schril de heer red mij eten
09:08
vul de maar hij gaf het goede
09:13
poorten gebed heer red mij meteen stad
09:17
jezus zijn hand uit en greep petrus was
09:19
hij zei waarom twijfel je
09:23
is je geloof dan zo blij toen ze in de
09:27
boot stapte
09:28
stopt het net waar je de leerlingen in
09:30
de boot knielde voor jezus
09:32
ze zeiden u bent echt de zoon van god
09:35
jezus en de leerlingen kwamen aan de
09:38
overkant van het meer
09:39
ze gingen aan land bij genezer en de
09:43
mensen daar herken dat jezus
09:46
het werd in de hele omgeving bekend dat
09:48
jezus er was een alle zieke mensen
09:50
werden bij hem gebracht
09:51
mensen vroegen een jezus mogen deze
09:54
mensen alsjeblieft de rand van uw jas
09:55
aanraken want alle ziekten
09:59
alle zieke die jezus aanraakte werden
10:02
beter
10:05
het is zijn aanwezigheid onze bewustzijn
10:10
van zijn aanwezigheid en in alles ten
10:14
alle tijden als je als je het water naar
10:19
beneden te gaan en als je denkt dat je
10:21
geest niet als er een ziekte om je heen
10:25
is als je op straat loopt hij is het hij
10:30
is daar hij is altijd daar want hij zit
10:34
in jouw
10:36
hij is het in jou hij is altijd met jou
10:41
immanuel god met ons
10:45
ik ben het wees niet bang